Blog - Zoon
Over Karel Colnot, 1921 - 1996
Zijn grootvader was een Amsterdamse kroegbaas met een nachtcafé voor artiesten. Zijn vader, Arnout, wilde wel schilder worden en trof zo Dirk Filarski, waarmee hij samen ‘en plein air’ ging werken. Dank zij Dirk Smorenberg kwamen de twee in Bergen NH terecht, waar ze zich in 1908 vestigden. De eerste wereldoorlog bracht vluchtelingen als Henri le Fauconnier, Frits van den Berghe en Gustave de Smet naar Nederland die de aanzet tot een vernieuwende schilderstijl gaven. Andere Nederlandse schilders als de gebroeders Piet en Matthieu Wiegman en Piet van Wijngaerdt vestigden zich ook in Bergen en uit dat tijdsgewricht, met nieuwe kunststromingen en onderlinge kruisbestuiving ontstond de kenmerkende expressionistische stijl met bonkige landschappen en figuren in aardse tinten. De hoogtijdagen lagen tussen 1915 en 1925.
In 1921 werd daar aan de van Borselenlaan zoon Karel Colnot geboren. Als kind kwam hij onvermijdelijk in
aanraking met kunstenaars als Mommie Schwartz, Harrie Kuijten en Else Berg, en Karel koos ook voor het vak
van kunstschilder. Dit was aanvankelijk zeer tegen de zin van zijn vader Arnout, maar die draaide later
bij. Karel volgde geen opleiding, hij kon immers de kunst van de vorige generatie afkijken, maar de
Bergense School was toen al over zijn hoogtepunt heen. Overigens ging ook zijn zusje Klaartje schilderen,
en beiden werd een aanzienlijk talent toegedicht.
Karel Colnot schilderde onverdroten in de hem
vertrouwde stijl van de Bergense School, en vernieuwend of hemelbestormend was hij zeker niet. Later, in
de zestiger jaren, maakte hij een ontwikkeling door en ging meer in de trant van Cèzanne werken.
Als zoon van Arnout Colnot én kind van de Bergense School stond Karel in de jaren negentig, met zijn
collega’s Kouwenaar en den Tex aan de wieg het Museum Kranenburg. Iets wat soms zijn grootste prestatie
lijkt te zijn.
Karel Colnot bleek echter een zeer verdienstelijk kunstenaar maar is nooit aan de
schaduw van zijn vader ontsnapt. Zijn werk komt maar incidenteel op de markt, wat spijtig is, want het is
beslist de moeite waard, zoals dit werk wat vlot en ongepolijst is opgezet met stevige borstelstreken in
groene en paarse donkertinten, maar met de opbeurende helderheid van cyclaam en theedoek.
Pieter Ewals