Blog - Passie
Over Nico van Rijn, 1887 – 1962
Stel je voor: het Gooi, dun bevolkt. Van de tweede wereldoorlog heeft nog niemand weet.
Door het landschap loopt, in zichzelf gekeerd, een man met een lange baard en gekleed in een grauwe pij. Hij mijdt de mensen. Een magere man, want eten heeft hij nauwelijks, hij leeft in bittere armoede met zijn vriendin. Ze zijn niet getrouwd, wat een zonde is. Toch krijgt hij van de nonnen af en toe eten, in ruil voor een tekening of schilderij. Er wordt gezegd dat hij gek is, dat hij aan godsdienstwaanzin lijdt; dat hij in het gekkenhuis heeft gezeten, meer dan 10 jaar lang, en dat is ook zo.
Het is een zonderlinge man, en die man schildert, tekent, maakt houtsneden waar niet of nauwelijks belangstelling voor is, wat hem dwingt tot een ascetische levensstijl. Ondanks deze armoede, zijn gekwelde ziel en getroebleerd leven heeft Nico van Rijn een grote passie voor de kunst. Hij kent het werk van Seurat, Signac en van Gogh, en laat zich hierdoor inspireren, hij ontwikkelt een geheel eigen, herkenbare manier van schilderen. Kunst is zijn passie, de waanzin zijn kruis, en hij deed wat hij móest doen.
‘Mijn uiterlijk maakt indruk, maar men vindt mij en mijn werk te buitenissig,’ dat is wat hij zegt.
Toch gaat hij door. Er is echter één man die wel wat ziet in deze merkwaardige kunstenaar en die eerder Piet Mondriaan heeft herkend als briljant kunstenaar. Dat is Sal Slijper, die zijn werk koopt en hem daarmee van bescheiden inkomsten voorziet. Desalniettemin: Nicolaas Petrus Quirinus van Rijn wordt niet beroemd, hij kan nauwelijks rondkomen van de verdiensten. In 1962 overlijdt hij.
Zijn werken staan in kelders en kasten, te wachten op het daglicht; tot mensenogen het zien.
Pas twaalf jaar na zijn dood kreeg hij in 1974 een expositie in het Singer Museum te Laren.
Tot op heden is de passie en de uitgesproken eigenzinnigheid zichtbaar in zijn werk. Met de geschiedenis van zijn leven en lijden in het achterhoofd krijgt het werk van Nico van Rijn een nieuwe dimensie en roept het, althans bij mij, mededogen op. Zijn korenschelven, in heldere kleuren en klare lijnen, vormen de echo van een levenslange, eenzame toewijding aan de kunst.
Pieter Ewals