Blog - Dove ogen

Over Charles Eyck, 1897 -

Charles Eyck werd in Meerssen geboren in 1897, als vijfde in een gezin van veertien. Op tienjarige leeftijd werd hij ernstig ziek door roodvonk en ‘typheuse koortsen’. Hij genas maar  was sindsdien doof. Einde school! Pas in 1915, kreeg hij de kans doofstommenonderwijs te volgen en leerde daar liplezen. Intussen vermaakte de jongen zich met tekenen, en wist op 11-jarige leeftijd zowaar een aquarel te verkopen, en besefte wat hij wilde worden. Charles ging als veertienjarige werken op de decoratieafdeling van een aardewerkfabriek (de Sphinkx), en ‘s avonds volgde hij lessen op de tekenschool. Zijn doel stond vast: kunstenaar worden! In 1917 ging hij naar de Rijksacademie in Amsterdam en vier jaar later won hij de Prix de Rome. Dat maakte hem zeker niet meteen succesvol. Hij reisde eerst Europa door, ontmoette zijn Zweedse vrouw Karin en jaren daarna begon de victorie, bij Galerie Blanche Guillot in Parijs.

Charles Eyck was een gedreven en geïnspireerd kunstenaar, een goedlachse man die zich overal thuis voelde en het leven onderging als een feest, maar bleef in wezen altijd de Limburgse dorpsjongen. Lelijkheid bestond niet voor hem. Door die openheid en vakmanschap kreeg hij veel werk, van gemeenten, kerken en kloosters, en was daarnaast uitermate productief met zijn vrije werk.
Zijn doofheid heeft hem niet geremd of belemmerd in zijn leven, noch privé, noch in zijn kunstenaarschap. Toch is het een interessante vraag: had de doofheid invloed op zijn beeldende werk dat visueel is.
Hij hoorde immers de wind niet waaien, geen verkeersgeruis, geen geroezemoes van mensen, geen muziek (hoewel: als dove jongen vroeg hij een viool voor Sinterklaas). Misschien dat het zijn beeldkracht verscherpte, juist doordát geluid hem niet afleidde. Misschien maakte hem dat ook vrij, waardoor hij kleuren letterlijk van het doek kon laten spatten, de strenge werkelijkheid onbekommerd met vreemde perspectieven en scheve lijnen naar zijn losse hand zetten, en kon hij de schoonheid van gewone, alledaagse dingen zien waarin lelijkheid niet bestond.

Met zijn dove ogen schiep hij een volstrekt eigen beeldtaal. Dat is een talent, een gave en wellicht een geluk bij een ongeluk.


Pieter Ewals

Vragen?

Heeft u nog vragen? Neem gerust contact met mij op!

Karel ColnotCharles Eyck